ON GAME  PROFESSIONEEL PROJECTLEIDER IN LANDGOEDONTWIKKELING EN GOLFACCOMMODATIES           

           

 [In aanbouw]

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Beginpagina    Terug

 

Algemene kwaliteitscriteria voor duurzaam beheer op golfcourses

 

Waar golfbaanrealisatie al een zaak is van lange adem, ontstaat de kans dat initiatief nemers na lange procedures doorlopen hebbend voor een voldongen feit komen, gelegen in de fysische beperkingen van de grond.

Te licht wordt daarover heen gestapt zonder daar de consequenties van te kunnen overzien voor de exploitatie.

Initiatiefnemers zouden zeker als men golfbaanexploitatie duurzaam en professioneel wil continueren over enkele decennia, deze exploitatie moeten monitoren en plannen om de beheerskosten te overzien en beheersbaar te houden.

 

 

Normen voor grastechnische aspecten.

De groeivoorwaarden voor de gewenste grassoorten worden hier besproken.

Licht.
In het bijzonder de afslagen en de greens liggen overwegend schaduwvrij. D.w.z. aan de oostzijde 30 meter vrij van de bomengrens en aan de zuidzijde 20 meter dit in verhouding tot de aanwezige beplanting.

Lucht.
De beplanting dient om de greens van dusdanige hoedanigheid te zijn dat wind vrij spel kan hebben om het gras te drogen en het ontstaan van ziektes te beperken.

Het luchtpercentage in de bodem is minimaal 15% en wordt nauwlettend gemonitoord daar we hier spreken van een basisconditie voor de groei van gras.(Dit staat in verhouding tot vochtgehalte bodem en bodemgesteldheid)

Vochtgehalte.
De bindingkracht tussen grond en water word uitgedrukt in een pF waarde die tussen de 2.0 en 3.0 moet liggen (daar waar verwelking optreed). Deze waarde is te meten met een tensiometer en met behulp van dit instrument kan ondersteunend een beregeningsplan opgesteld worden, waarbij een efficiënte waterhuishouding centraal staat.

Een teveel aan vocht in de toplaag kan tal van problemen veroorzaken dus hier is waakzaamheid geboden ten aanzien van grofheid dressmateriaal, aangroei van vilt en poriënvolume in de grond.

Bodemgesteldheid.
De toplaag kan van diverse aard zijn afhankelijk van gekozen methodiek of gewenste grassoorten voor alle toplagen staat echter vast dat zij voldoende stevig moet kunnen zijn en voldoende vocht doorlaten/ vast kunnen houden.

Er bevinden zich in de opbouw geen storende lagen anders dan bij bepaalde methodieken gebruikte breuklagen.

De graswortels kunnen zich goed vestigen in de toplaag en de indringing weerstand ligt onder de 3 MPa, deze weerstand kan door een ervaren agronomist vastgesteld worden dan wel door middel van een penetrometer.

De MPa is sterk afhankelijk van de vocht toestand van de grond en waardes worden altijd in context bezien.

Ph waardes en voedingselementen in de bodem
Ph waarde en voedingstoestand van de bodem zijn afgestemd op de stimulering van de gewenste grassoorten.

Greens
Overheersende grassoorten komen uit de familie van zwenkgrassen en de struisgrassen de fosfaat behoefte van deze grassen is laag en de gewenste Ph waarde ligt tussen de 4.0 en 5.0 waarbij opgemerkt moet worden dat hoe lager de Ph hoe meer de grasmat zal neigen naar struisdominantie.

Stikstof en kalibehoefte van deze gewenste grassoorten is matig echter onder de geboden condities waarin zij moeten groeien, mag van gebrek nooit geen sprake zijn en zal met regelmaat een gift nodig zijn.

Bij gebruik van ijzersulfaat voor het afharden van het gras of ijzerhoudend grondwater ter beregening zult u rekening moeten houden met fixatie van voedingselementen te beginnen bij fosfaat. De kans is groot dat u hier lichtzinnig overheen stapt in de veronderstelling dat van fosfaat behoefte geen sprake is. Dit is onjuist want in de ontwikkeling van jonge wortels van planten speelt fosfaat een grote rol tevens zijn clusteringen (samengestelde verbindingen) van voedingselementen in staat zich uit te breiden naar andere noodzakelijke voedingselementen.

Fairway’s
Te lang is dit gedeelte onder belicht geweest in de exploitatie van de golfcourse.

Men heeft vaak genoeg aangeduid dat het spel plaats vind voor 42% op de green wat men echter nooit erbij vermelde of niet in de enquête vroeg was de handicap behorende bij deze 42%.

Verder is verhoudingsgewijs de oppervlakte sportveld fairway vele male groter dan de oppervlakte green, apron en teeingground bij elkaar.

Hier liggen dus ook grote exploitatie kosten te verwachten/bezuinigen.

Het is de nummer een oorzaak van sluiting van een course, nog steeds is het namelijk zo dat greens en teeinggrounds opgebouwd worden (op een zandbed) en onder gunstige omstandigheden ook de aprons. Hier zal bijna nooit een conditie ontstaan die een baansluiting rechtvaardigen. Het overgrote gedeelte van de baan bestaande uit fairway moet zich onder slechte omstandigheden behelpen met beheer en noodverbanden bestaande uit drainage/catch bassins.

De gewenste grassoorten zijn zeer variabel in verband met de aanwezige toplaag en zullen indien niet goed beheerd spoedig verlopen qua bezettingsgraad naar soorten die zich daar van nature meer thuis voelen, zij vestigen zich door inwaaien vanuit de omgeving.

De gewenste gezaaide soorten bestaan voornamelijk uit roodzwenk, veldbeemd en tegenwoordig ook uit fijnbladige engelsraai en zelfs rietzwenksoorten.

De Ph waarde ligt tussen de 5.0 en 6.0. en bemesting vind veelal plaats door gebruikmaking van gecoate meststoffen die over een langere periode een regelmatige groeicurve zullen laten zien.

Teeinggrounds
De gewenste grassoorten bestaan uit veldbeemd gemengd met zwenkgrassen misschien voor de zwaarder onder spel liggende par 3 holes aangevuld met een fijnbladige engelsraaigras teneinde het uitlepelen met het ijzer club van plaggen sneller te kunnen herstellen.

De Ph ligt als bij fairway’s tussen de 5.0 en 6.0 en bemesting vindt hier ook in de regel plaats door gebruik te maken van gecoate korrels.

Warmte
De temperatuur is uiteraard niet te beïnvloeden anders dan in het voorjaar gebruik te maken van het warmer zijnde oppervlakte water indien er beregend moet worden.

Wel moeten maaihoogtes op de greens aangepast worden bij extreme weersomstandigheden dit geld voor droogte als ook voor koude.

Vilt
De viltlaag is van beperkte dikte en zelfs gewenst voor het spel er ontstaat namelijk een soort van natuurlijk buffer tegen heftig inslaande balcontacten.

Uit den boze is een te dikke viltlaag hier word namelijk vocht in vast gehouden en doorvoer van voedingselementen belemmerd.

Het te lang vasthouden van vocht is funest ten aanzien van schimmelbestrijding maar ook als er indicatief beregend word lijkt de behoefte voor water niet te bestaan maar is de aanwezige toplaag wel droog en ontstaat een proces van dry-patch.

Voedingelementen die in de nazomer toegediend worden op viltrijke greens worden eerstens vastgelegd in het aanwezige vilt. Zij komen soms weken later ongewenst vrij bijvoorbeeld na hevige neerslag en stijging van najaar temperaturen, resulterend in grasgroei dus dunne celwanden creërend in een periode waarin dit ongewenst is in verband met de aanwezigheid van schimmelsporen die met gemak door een dunne celwand heen prikken.

 

 

 

Normen voor speltechnische aspecten

1. Algemeen
De baan is op uitzonderingen na het gehele jaar bespeelbaar teneinde exploitatie in de plus cijfers te houden.

Hiervoor zal de baan voldoende waterberging en een goed werkende drainage systeem dienen te hebben. Directe invloed zal de toplaag van de fairway’s hebben, namelijk daar waar deze niet voldoende zijn gedressed zijn zal een instabiele toplaag ontstaan bestaande uit gemaaide grasresten en wormen activiteit. Oorzaak nummer een van baansluitingen.

De paden van de looproute door de baan moeten onder alle condities goed begaanbaar blijven eerste keus zal speltechnisch zeker op graspaden liggen, echter hier zullen dan wel navenante budgetten voor vrijgesteld moeten worden voor het benodigde beluchtingwerk en reparaties. Indien gekozen gaat worden voor artificiële paden zullen zij onder zowel droge als natte omstandigheden goed begaanbaar moeten blijven, hier moet goed gekeken worden op landschappelijke aspecten en onderhoud aspecten ten aanzien van gebruik van steenachtig materiaal versus kooimaaiers.

Bewegwijzering door de baan dient uniform te zijn en goed herkenbaar zodat deze zonder moeite door gasten gevonden kunnen worden. Dit begint vanzelfsprekend al bij het clubhuis alwaar verwijzing naar driving range en putting/ chip green aanwezig dienen te zijn.

Het baanmeubilair dient evenzeer aandacht te krijgen, afvalbakken dienen regelmatig leeggemaakt en schoongemaakt te worden. Zitbanken worden zonodig schoongemaakt en vrij gemaaid opdat een verzorgde indruk ontstaat en handdoeken aan ballenwassers dienen regelmatig vervangen te worden door schone exemplaren.

Schuilhutten en starterhutten zijn beveiligd tegen blikseminslag en in ieder exemplaar hangt een convocatie ten aanzien van gebruik door de schuilende spelers. Het verdient wel aandacht om niet te veel nieuwsbulletins in de starterhut neer te hangen hierdoor ontstaat namelijk een rommelige indruk.

De baan zal zeker fair ontworpen zijn met de visie van de architect, het is echter wel van belang deze visie regelmatig te toetsen. Door baanbezoeken van de architect en voortschrijdende inzichten kunnen bepaalde aspecten andere invloeden krijgen indien u hier goed op voorbereid bent kunt u kostenstromingen budgetteren.

Te vaak wordt er geklaagd dat een baan te snel verstopt zit en geen doorstroming heeft, de enig juiste beslissing die u kunt nemen is de faire staat van onderhoud in de baan bekijken.

Goed uitgemaaide fairway’s (fair schot een faire ligging) acceptabele rough en goed geplaatste teemarkers bevorderen de doorstroming in de baan, vooral voor onze gasten dient de bewegwijzering hen verder te helpen naar de volgende afslag.

2. Greens
De grasmat dient vlak en egaal gesloten te zijn zonder onkruiden. De toelaatbare grashoogte bedraagt 5 mm + 20% in het maaiseizoen. Voor regulair membership play condities te creëren word de grasmat direct s’morgens na aanvang van de werkzaamheden droog opgeleverd en is een stimp snelheid te realiseren van 7.6 tot 8.6 , dit is 2.28 tot 2.59 meter.

Snelheden van greens worden sterk beïnvloed door factoren die sluimerend aanwezig zijn bijvoorbeeld de aanwezigheid van straatgras, het vilt en de vochtigheid van de grond.

Bij optreden van dauw en uitblijven van maaiwerkzaamheden worden de greens gesweept teneinde ze zo snel mogelijk droog op te leveren.

De snelheid van de greens wordt altijd gewaardeerd door de betere spelers, het is echter in ieders belang dat de greens uniformiteit bezitten qua snelheid en bite.

De greens zijn duidelijk waarneembaar in hun omgeving door verschil in maaihoogte met de omgeving.

Afhankelijk van de bespelingsdruk worden de holes regelmatig verstoken het verdient voorkeur de holes te versteken met een plank opdat bij het uitrekken van de plug geen welving in het oppervlak achter blijft. Met de grootst mogelijke zorg wordt de plug in de oude hole terug geplaatst en dient deze gelijk met het oppervlak van de green te liggen.

Bij de aanleg wordt niet vaak genoeg gekeken naar de werkelijke grootte van de green die beschikbaar is voor pinposities. Het gebeurt maar al te vaak dat greens van 550 m2 slechts 300 m2 pinpositie opleveren, door gebruik van steps etc.

Als exploitant dient u wel de gehele 550 m2 van deze greens als zodanig te onderhouden met alle kosten voor de m2 die niet als zodanig gebruikt kunnen worden.

3. Aprons
De grasmat dient vlak en egaal gesloten te zijn zonder onkruiden.

De toelaatbare grashoogte in het maaiseizoen is vergelijkbaar met de grashoogte van de teeinggrounds en bedraagt 11 mm + 30%. Hier is sprake van een lagere maaifrequentie dan bij de greens dus is iets tolerantie op zijn plaats. De grasmat is bij voorkeur identiek aan de grasmat van de green en ontstaat de situatie dat bij geringe inspanning een uitwijk geboden kan worden bij grotere werkzaamheden (tijd. Green) en een nursing eigenlijk heel dicht bij de green aanwezig is.

De grootte bedraagt zo’n 350 m2 en er mag best sprake zijn van enig reliëf, belangrijker is het om gelijkwaardig aan de green op te bouwen namelijk bij minder gunstige baancondities kan een baan open zijn als aan de 1e vereiste voldaan word voldoende drooglegging.

4. Fairway’s
De grasmat is vlak en egaal gesloten en het draagvlak is voldoende stabiel, onkruiden mogen een weinig aanwezig zijn.

De toelaatbare grashoogte in het maaiseizoen bedraagt 16mm + 30% hierdoor is de fairway duidelijk afgebakend van de omgeving en sluit deze aan op de apron.

De fairway dient eerlijk uitgemaaid te worden en voor zowel de bogey als scratch speler zijn landing area’s gecreëerd. Op een redelijk vast begrensbaar gebied zal schade ontstaan door het uitslaan van divots, deze plaatsen worden met enige regelmaat gevlakt en doorgezaaid.

5. Teeinggrounds
De grasmat op de afslagen zijn vlak, stevig en egaal gesloten met een weinig voorkomen van onkruiden.

Zij zijn voorzien van duidelijke teemarkers die goed opgelijnd staan ten opzichte van de 1e slag, waarbij de greenkeeper voor ogen moet hebben dat de backtee speler op dezelfde hole anders oplijnt dan de oudere bogey speler.

De grashoogte bedraagt tijdens het maaiseizoen 11 mm + 30%. Weggeslagen divots worden verwijderd en de afslagplaatsen (daar waar de teemarkers staan) worden wekelijks gevlakt en doorgezaaid.

De teemarkers worden regelmatig verplaats in verhouding tot de bespelingsdruk en er is aandacht voor klein afval.

6. Bunkers
De bunkers zijn voorzien van voldoende zand dat in de onderlaag verdicht doch doorlaatbaar voor water is. De grootst mogelijke zorg dient besteed te worden aan de kwaliteit van het bunkerzand (geen leemfractie of stenen mogen erin voorkomen).

De inloopzijde gaat flawless over van gras naar zand en is duidelijk begrensd aan de greenzijde mag sprake zijn van een aanwezige opstaande rand hierdoor is men verplicht met een bunkerslag aanvallend te spelen. Bij aanleg moeten architecten zich vergewissen van heersende windrichtingen hierdoor kan verstuiven op de green voorkomen worden.

Bij een goede swing gaat de club moeiteloos door het zand onder de bal door, hiervoor moet het bunkerzand voldoende los geharkt worden en enigszins egaliserend gewerkt.

De ontwatering is optimaal daar nat zand zich zelf verdicht.

Het kalkgetal dient kleiner te zijn dan 0,5% en minder dan 60% van de zanddeeltjes is rond tot zeer rond. De kleur mag wit, lichtgrijs of lichtgeel zijn maar dient wel voor alle holes uniformiteit te bezitten.

Het uitgeslagen zand komt op de green en dient dus overeenkomstig van korrelgrootte te zijn tussen de 250 en 1000 mu.

7. Semi-rough
Wordt aansluitend gemaaid rond de fairway’s en vaak ook achter greens en rond teeinggrounds. De grashoogte bedraagt 40 mm + 30% waardoor ballen goed speelbaar en vindbaar zijn. Door het verschil in maaihoogte zal een bal die zich naar buiten van de hole rollend beweegt afgeremd worden.

8. Surroundings
Steeds vaker toegepast rond de apron ring in de nabijheid van green en bunkers door het maaien en afvoeren word een groter gebied opgeleverd zonder maairesten.

Surroundings liggen meestal nog in het bereik van beregening en krijgen vaak een staartje van de bemesting die plaats vind op apron en green, hierdoor zult u meer controle willen hebben over de grasgroei in deze gebieden.

De grashoogte ligt tussen fairway en semi-rough hoogte en kan gesteld worden op

22 mm + 30% .

9. Carry en rough
Bij voorkeur onderhouden op natuurvriendelijke wijze door middel van verschraling waarbij de intensiteit van onderhoud bepaald word door mate van groei in het gewas.

De maaihoogte bedraagt 60 mm + 30%. De ballen zijn doorgaans vindbaar en bespeelbaar met uitzondering van de situatie heide.

Hier liggen kansen bij de aanleg om exploitatie kosten te beperken.

Er is tevens een onderscheid tussen golfrough en natuurrough, golfrough is die rough waar zich regelmatig spelers bevinden rondom fairway’s en greens hier is bespeelbaarheid en vindbaarheid van belang voor het spel.

De natuurrough ligt verder van het spel en strekt zich uit over water, kruidachtige vegetaties en beplantingen met alle zomen daarbij behorend.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 
U kunt een e-mailbericht met vragen of opmerkingen over deze website verzenden aan info@ongame.nl.
Copyright © 2005 On Game
Laatst bijgewerkt: 26 september 2007